Geplaatst op 23 september 2021

In een brief aan de Tweede Kamer heeft de staatssecretaris van Financiën beschreven welke aanpassingen van de eigenwoningregeling bij de gezamenlijke aankoop en financiering van een eigen woning door fiscale partners en bij overlijden van een van de fiscale partners gewenst zijn. De wetswijzigingen betreffen feitelijk de codificatie van een beleidsbesluit uit 2018 over de toepassing van de bijleenregeling bij gezamenlijke aankoop en financiering van een eigen woning door fiscale partners met een eigenwoningverleden.

• Bij de gezamenlijke aankoop en financiering van een eigen woning wordt op gezamenlijk niveau bekeken of de partners voldoende eigen middelen hebben besteed aan de eigen woning.

• Als de eigenwoningschuld van een eerdere eigen woning groter is dan de eigenwoningschuld voor de nieuwe woning, ontstaat een aflossingsstand. De aflossingsstand bestaat uit het bedrag en de resterende looptijd in maanden van het overschot van de oude eigenwoningschuld. Bij verhoging van de eigenwoningschuld door verbouwing van de woning of door aankoop van een duurdere woning heeft de aflossingsstand invloed op de duur van de renteaftrek van de verhoging van de eigenwoningschuld. Bij gezamenlijke aankoop en financiering van een eigen woning wordt de aflossingsstand toegepast op gezamenlijk niveau tot ten minste het bedrag van het aandeel in de schuld van de partner met de aflossingsstand.

• Bij de gezamenlijke aankoop en financiering van een eigen woning kan door beide partners gebruik gemaakt worden van het overgangsrecht voor een op 1 januari 2013 bestaande eigenwoningschuld van een van de partners, naar rato van het aandeel in de gezamenlijke schuld.

• De overgang naar de fiscale partner van een aflossingsstand naar rato van de gerechtigdheid tot de huwelijksgemeenschap in het geval van boedelmenging vervalt. Een aflossingsstand blijft van de partner bij wie deze is ontstaan. Het bestaan van een huwelijksgemeenschap is niet langer bepalend voor de overgang van een aflossingsstand. Ook het overgangsrecht voor oude eigenwoningschulden wordt niet langer naar rato van de gerechtigdheid tot de huwelijksgemeenschap verdeeld.

• Het overlijden van een belastingplichtige leidt altijd tot een vervreemding van zijn aandeel in de eigen woning. Daardoor ontstaat een eigenwoningreserve, die samen met een eventuele bestaande eigenwoningreserve van rechtswege vervalt door het overlijden. De reserve gaat bij overlijden niet over op de langstlevende partner. Dat geldt ook voor een aflossingsstand.

• Het overgaan van het recht op toepassing van het overgangsrecht bij overlijden op de langstlevende partner in de oversluitperiode wordt niet langer dwingend voorgeschreven.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 20-09-2021

Deel dit bericht

Bel voor meer informatie

0412 – 45 90 00

of wij bellen u

Gerelateerde berichten

  • Wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2024

    De staatssecretaris van FinanciËn heeft het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2024 ingediend bij de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel bevat een aantal wijzigingen waarvan wenselijk is dat ze per 1 januari 2024 in werking treden. Het betreft onder meer de

  • Belastingplan 2023 aangenomen door Tweede Kamer

    De Tweede Kamer heeft op 10 november 2022 het pakket Belastingplan 2023 aangenomen. Ook de al voor Prinsjesdag ingediende wetsvoorstellen Fiscale verzamelwet 2023 en Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling digitale platformeconomie zijn

  • Vierde nota van wijziging Belastingplan 2023

    Bij de Tweede Kamer is het Belastingplan 2023 in behandeling. De staatssecretaris van FinanciËn heeft een vierde nota van wijziging op dit wetsvoorstel ingediend. Verruiming vrije ruimte De vrije ruimte in de werkkostenregeling over de eerste