Geplaatst op 18 maart 2021

De Algemene wet inzake rijksbelastingen bevat een aantal strafbepalingen. Een daarvan betreft het opzettelijk doen van een onjuiste of onvolledige belastingaangifte. Als dat tot gevolg heeft dat te weinig belasting wordt geheven, staat daarop een gevangenisstraf van maximaal zes jaar of een geldboete.

Volgens de Hoge Raad kan alleen de persoon die aangifte moet doen pleger zijn van het onjuist of onvolledig doen van aangifte. De verplichting om aangifte te doen rust op iedereen die daartoe is uitgenodigd. Iemand, die namens een ander aangifte doet, kan niet worden aangemerkt als pleger van dit strafbare feit. De Hoge Raad heeft een andersluidende uitspraak van Hof Amsterdam vernietigd. Het hof had een eigenaar van een administratie- en advieskantoor, die voor klanten onjuiste aangiften had gedaan, aangemerkt als de pleger van het strafbare feit van het bewust doen van onjuiste aangiften. Hof Amsterdam moet zich nu nogmaals over deze zaak buigen.

Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR2021261 | 01-03-2021

Deel dit bericht

Bel voor meer informatie

0412 – 45 90 00

of wij bellen u

Gerelateerde berichten

  • Geen cassatie uitleg correctiebeleid Belastingdienst

    De staatssecretaris van FinanciËn heeft toegelicht waarom hij geen beroep in cassatie instelt tegen uitspraken van Hof Amsterdam over het correctiebeleid van de Belastingdienst. Dat beleid houdt in dat geen correctie wordt aangebracht als het daarmee

  • Vergrijpboete voor niet vermelden inkomen in box 3

    De Belastingdienst heeft een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen opgelegd aan een buitenlands belastingplichtige. De navorderingsaanslag betrof het niet in de opgaaf wereldinkomen vermelde inkomen uit sparen en

  • Standpunten kennisgroepen Belastingdienst openbaar

    De Belastingdienst heeft 26 kennisgroepen, die op hun eigen beleidsterrein rechtsvragen en andere vraagstukken behandelen. Met ingang van 30 maart 2023 maken alle kennisgroepen van de Belastingdienst hun standpunten openbaar. De vragen en antwoorden