Geplaatst op 24 februari 2022

De levering van een nieuw gebouwde onroerende zaak is belast met omzetbelasting. De levering van bestaande onroerende zaken is in beginsel vrijgesteld van omzetbelasting en belast met overdrachtsbelasting. Een bestaande onroerende zaak kan door verbouwing veranderen in een nieuwe onroerende zaak, waardoor omzetbelasting is verschuldigd bij de levering daarvan. Over de vraag wanneer verbouwing tot een nieuwe onroerende zaak leidt, bestaat onduidelijkheid. De jurisprudentie, die daarover is gewezen, is niet eenduidig. In de hoop aan de bestaande onduidelijkheid een einde te maken heeft de rechtbank Zeeland-West Brabant prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad.

De rechtbank wil weten aan de hand van welke criteria moet worden beoordeeld of na werkzaamheden aan een onroerende zaak ‘in wezen nieuwbouw’ is gerealiseerd. Dient die beoordeling plaats te vinden aan de hand van criteria als:

  • wijzigingen in de bouwkundige identiteit of de uiterlijke herkenbaarheid;
  • wijzigingen in de bouwkundige constructie;
  • wijzigingen in de functie in de zin van aanwendingsmogelijkheden;
  • de grootte van de gedane investeringen en/of de door verbouwing gerealiseerde meerwaarde, of aan de hand van andere criteria?

De rechtbank wil verder weten welke van de hiervoor genoemde criteria als noodzakelijke voorwaarden voor ‘in wezen nieuwbouw’ moeten worden aangemerkt en welk gewicht aan deze criteria moet worden toegekend.

De rechtbank heeft deze vragen gesteld in een procedure die betrekking heeft op een voormalig kantoorpand, dat is verbouwd tot hotel. De kosten van de verbouwing waren hoger dan de voor het kantoorpand betaalde koopsom.

Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant | jurisprudentie | ECLINLRBZWB2022378, BRE 19/5757 | 30-01-2022

Deel dit bericht

Bel voor meer informatie

0412 – 45 90 00

of wij bellen u

Gerelateerde berichten

  • Verkoop woningbouwkavels belast met btw?

    Een tuinbouwer zag zich door een wijziging van het bestemmingsplan gedwongen om zijn activiteiten te beëindigen. Met de gemeente heeft hij een overeenkomst gesloten waarbij hij zich verplichtte zijn bedrijfsgebouwen te saneren. De tuinbouwer ontving

  • Was een verbouwing zo ingrijpend dat in wezen nieuwbouw is ontstaan?

    Een ondernemer heeft een pand gekocht nadat dit was verbouwd tot hotel. De vraag is of de aanpassingen aan het pand zo ingrijpend zijn geweest dat in wezen nieuwbouw heeft plaatsgevonden. In dat geval is de latere levering niet belast met

  • Portemonneevrij pauzedrankje belast tegen laag btw-tarief

    Een theater biedt de bezoekers in de pauze een alcoholhoudend drankje aan. De vraag is of het alcoholhoudende drankje belast is met het algemene btw-tarief van 21% of het verlaagde tarief van 9%. De inspecteur is van mening dat het alcoholhoudende