Geplaatst op 2 mei 2024

Op een moment, waarop een groot deel van de belastingplichtigen de aangifte IB voor het jaar 2023 heeft ingediend, heeft de staatssecretaris de forfaitaire rendementspercentages in box 3 voor banktegoeden en schulden vastgesteld. Dat gebeurt met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023. Het in de Wet IB 2001 opgenomen percentage van 0,01 voor 2023 wordt vervangen door 0,92. Het forfaitaire rendementspercentage voor schulden wijzigt niet en blijft 2,46.

Het forfaitaire rendementspercentage voor banktegoeden wordt vastgesteld op de som van het gemiddelde maandelijkse rendement in procenten op deposito’s van huishoudens met een opzegtermijn van maximaal drie maanden, zoals gepubliceerd door De Nederlandsche Bank (DNB), over de periode van 1 januari tot en met 30 november van het kalenderjaar. Het percentage over de maand november wordt twee maal meegenomen in de som, waarna de som wordt gedeeld door twaalf.

Bron: Ministerie van Financiën | besluit | Staatscourant 2024, Nr. 12218, Nr. 2024-0000224266 | 28-04-2024

Deel dit bericht

Bel voor meer informatie

0412 – 45 90 00

of wij bellen u

Gerelateerde berichten

  • Niet-gerealiseerde waardestijging van goudbaar is werkelijk rendement

    De Hoge Raad oordeelt dat zowel gerealiseerd als ongerealiseerd rendement dient te worden meegenomen bij de bepaling van het werkelijk rendement in box 3. De rechtbank en het hof hadden hier eerder verschillend over geoordeeld, wat uiteindelijk

  • Geen periodieke gift ondanks schenking gedurende vijf jaar

    Wie een gift doet aan een goed doel, kan dit soms van de belasting aftrekken. Voor periodieke giften geldt een gunstige regeling. Echter, de wettelijke regeling schrijft voor dat het verplicht is een schriftelijke afspraak te maken waaruit blijkt dat

  • Onverplicht aflossen schulden bv is geen aandeelhoudersmotief

    Wie als aandeelhouder geld in zijn bv stopt zonder daartoe verplicht te zijn, kan dit soms als verlies aftrekken wanneer de bv failliet gaat. Dit wordt een informele kapitaalstorting genoemd. De aandeelhouder moet dan wel aantonen dat hij vanuit zijn