Geplaatst op 13 april 2023

De staatssecretaris van Financiën heeft Kamervragen over de effecten van de arbeidskorting beantwoord.

De arbeidskorting in de loon- en inkomstenbelasting moet mensen stimuleren om (meer) te werken. De regeling van de arbeidskorting is ingewikkeld en kent drie verschillende opbouwtrajecten bij een arbeidsinkomen tussen € 0 en € 37.691. Boven een inkomen van € 37.691 wordt de arbeidskorting verlaagd met 6,51% van het meerdere arbeidsinkomen. Deze afbouw zorgt voor een hogere marginale belastingdruk, die hoger kan zijn dan het toptarief van 49,5%. Bij een arbeidsinkomen van ruim € 115.000 is de arbeidskorting nihil. Volgens het Centraal Planbureau zou het niet afbouwen van de arbeidskorting tot een beperkte toename van het arbeidsaanbod leiden. Het niet afbouwen van de arbeidskorting kost € 6,8 miljard.

Een van de vragen heeft betrekking op het afschaffen van bestaande heffingskortingen en deze vervangen door een belastingvrije voet. Een belastingvrije voet is voordelig voor belastingplichtigen met een hoog inkomen. Een belastingvrije voet maakt het belastingstelsel transparanter en eenvoudiger. Volgens de staatssecretaris van Financiën is het omzetten van het huidige stelsel naar een stelsel met een belastingvrije voet echter complexer dan het lijkt. Zo gelden voor de heffingskortingen verschillende inkomensbegrippen. De algemene heffingskorting hangt af van het inkomen uit werk en woning. De arbeidskorting en inkomensafhankelijke combinatiekorting hangen af van het arbeidsinkomen. De ouderenkorting hangt af van het verzamelinkomen.

Een alternatief kan zijn het omzetten van de heffingskortingen naar de tarieven. Volgens de staatssecretaris leidt dat tot inkomenseffecten. Die inkomenseffecten kunnen fors zijn voor bepaalde groepen, afhankelijk van de heffingskortingen waar zij recht op hebben.

Het invoeren van een belastingvrije voet in combinatie met het afschaffen van heffingskortingen is volgens de staatssecretaris een mogelijkheid die onderzocht kan worden om het stelsel te vereenvoudigen.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2023-0000078745 | 04-04-2023

Deel dit bericht

Bel voor meer informatie

0412 – 45 90 00

of wij bellen u

Gerelateerde berichten

  • Rendementspercentage omhoog, heffingsvrij vermogen omlaag in 2026

    Het nieuwe box 3-stelsel, waarin belasting wordt geheven over het werkelijke rendement op vermogen, is uitgesteld tot ten minste 2028. Om deze budgettaire tegenvaller op te vangen, voert het kabinet vanaf 2026 aanpassingen door binnen het huidige

  • Pensioenaanspraken belastbaar ondanks geen uitbetaling

    Vanwege liquiditeitsproblemen bij haar bv ontvangt een weduwe vanaf augustus 2016 geen pensioenuitkeringen meer, hoewel zij daar wel recht op heeft. In haar aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2017 tot en met 2021 geeft zij deze niet-ontvangen

  • Weet wáár u woont voor hypotheekaftrek

    Een in België wonende belastingplichtige geeft in zijn aangifte inkomstenbelasting 2019 een Nederlands pand aan als eigen woning met een negatief saldo van € 7.555. De inspecteur accepteert deze aftrekpost niet, omdat onduidelijk is welk deel