Geplaatst op 27 januari 2022

Over de belastingheffing in box 3 worden al jaren procedures gevoerd. Het aantal ingediende bezwaarschriften is jaarlijks dermate groot, dat de staatssecretaris van Financiën de bezwaren aanmerkt als massaal bezwaar. Over de rechtsvragen van de massaalbezwaarprocedure worden enkele procedures gevoerd. De uitkomsten daarvan gelden voor alle bezwaarschriften die onder het massaal bezwaar vallen. De Hoge Raad heeft in een van deze procedures geoordeeld dat de belastingheffing in box 3 volgens het huidige systeem niet door de beugel kan.

Los van de massaalbezwaarprocedure lopen er individuele procedures over de belastingheffing in box 3. Die procedures gaan over andere rechtsvragen dan de vraag of het systeem van belastingheffing in box 3 als zodanig in strijd is met het recht op ongestoord bezit van eigendom en met het gelijkheidsbeginsel.

In een van deze individuele procedures heeft Hof Den Bosch geoordeeld dat geen sprake is van een individuele en buitensporige last, ondanks dat de door de belanghebbende verschuldigde belasting in box 3 in 2017 en 2018 hoger was dan het werkelijk behaalde rendement. Volgens het hof was het inkomen van de belanghebbende niet zodanig laag dat zij op haar vermogen moest interen om de verschuldigde belasting te betalen. Het hof verwees in zijn oordeel naar een arrest van de Hoge Raad van 2 juli 2021. De Hoge Raad heeft in dat arrest aangegeven dat bij de beoordeling of sprake is van een individuele en buitensporige last in aanmerking moet worden genomen of en in hoeverre een belastingplichtige een zodanig laag inkomen heeft dat hij op zijn vermogen moet interen om de belasting te voldoen. Volgens de Hoge Raad kan in het algemeen worden aangenomen dat de wetgever met een belasting naar inkomen geen heffing beoogt waardoor de belastingplichtige op zijn vermogen moet interen om de verschuldigde belasting te kunnen voldoen.

Bron: Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch | jurisprudentie | ECLINLGHSHE202239, 20/00558 en 20/00559 | 11-01-2022

Deel dit bericht

Bel voor meer informatie

0412 – 45 90 00

of wij bellen u

Gerelateerde berichten

  • Geen kostenvergoeding door uitblijven reactie

    De inspecteur van de Belastingdienst heeft een te hoge aanslag inkomstenbelasting opgelegd aan een belastingplichtige op. Hij is daarbij uitgegaan van gegevens, die hij heeft ontvangen van de werkgever. Deze gegevens blijken achteraf onjuist te zijn.

  • Forfaitaire rendementen banktegoeden en schulden 2024

    De staatssecretaris van Financiën heeft de forfaitaire rendementspercentages in box 3 voor banktegoeden en schulden voor het jaar 2024 vastgesteld. Voor banktegoeden bedraagt het forfaitaire rendement 1,44%. Voor schulden is het forfaitaire rendement

  • Geen opgewekt vertrouwen door vooraf ingevulde aangifte

    Een man geeft in zijn aangifte inkomstenbelasting het inkomen uit twee bv’s op. Aan de man wordt geautomatiseerd en geheel conform de ingediende aangifte een voorlopige aanslag opgelegd. In de definitieve aanslag neemt de inspecteur ook inkomsten uit