Geplaatst op 7 juli 2022

Wanneer de redelijke termijn voor de behandeling van een procedure is overschreden, heeft de belanghebbende in de procedure recht op een vergoeding voor immateriële schade.

Hof Arnhem-Leeuwarden heeft een verzoek om toekenning van een vergoeding voor immateriële schade afgewezen. Volgens het hof is de coronapandemie een uitzonderlijke en onvoorzienbare situatie die verlenging van de redelijke termijn rechtvaardigt. Het hof hanteerde een verlengingsperiode van vier maanden. Door de verlenging was de redelijke termijn niet overschreden.

De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd. De uitbraak van het coronavirus mag niet in algemene zin worden aangemerkt als een bijzondere omstandigheid die een verlenging rechtvaardigt van de redelijke termijn van berechting. De uitbraak van het coronavirus vormt alleen een bijzondere omstandigheid als de zitting was gepland in de periode waarin de gerechtsgebouwen in verband met dit virus waren gesloten. In de door het hof behandelde zaak was dit niet het geval.

De belanghebbende heeft op 18 juni 2019 hoger beroep ingesteld en het hof heeft op 22 juni 2021 uitspraak gedaan. Daarmee is de redelijke termijn voor berechting in hoger beroep met minder dan zes maanden overschreden. De belanghebbende heeft recht op een vergoeding van immateriële schade van € 500 wegens overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep.

Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR2022935, 21/03031 | 28-06-2022

Deel dit bericht

Bel voor meer informatie

0412 – 45 90 00

of wij bellen u

Gerelateerde berichten

  • Hof Den Bosch stelt prejudiciële vragen over vergoeding van immateriële schade

    Bij overschrijding van de redelijke termijn voor de behandeling van een zaak heeft de belanghebbende aanspraak op een vergoeding van immateriële schade. De Hoge Raad hanteert daarvoor als uitgangspunt een bedrag van € 500 per half jaar

  • Te hoge teruggaaf btw en vertrouwensbeginsel

    Een vrouw liet in 2019 op haar nieuwbouwwoning zonnepanelen aanleggen en vroeg de btw terug. Dit was tot 2023 de gangbare zaak. Bij de behandeling van het teruggaafverzoek maakt de Belastingdienst een kostbare fout. Wat gebeurde er? Mevrouw dient

  • Financieel belang geen aanleiding verlaging vergoeding van immateriële schade

    Bij overschrijding van de redelijke termijn voor behandeling van een zaak kan de belanghebbende vragen om vergoeding van immateriële schade. De Hoge Raad heeft in een arrest uit 2016 een normbedrag vastgesteld van € 500 per half jaar