Geplaatst op 24 februari 2022

Een landbouwer exploiteerde tot 2020 zijn landbouwbedrijf als eenmanszaak. In de jaren 2015 tot 2019 ontving hij jaarlijks de extra hectarebetaling voor jonge landbouwers, welke betaling maximaal vijf jaar wordt verstrekt aan een jonge landbouwer. Per 1 januari 2020 ging hij een vennootschap onder firma (VOF) aan met zijn echtgenote. In de Gecombineerde opgave 2020 verzocht de VOF opnieuw om de extra betaling voor jonge landbouwers, waarbij nu de echtgenote werd opgegeven als jonge landbouwer. RVO.nl wees de extra betaling echter af, waarna de VOF beroep instelde bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Het College oordeelde dat het landbouwbedrijf zelf niet gewijzigd was bij de inbreng in de VOF. Wel was de rechtsvorm van het landbouwbedrijf gewijzigd. RVO.nl had om die reden het bedrijf dat thans gevoerd wordt onder de VOF niet als nieuw opgericht landbouwbedrijf aangemerkt, maar als een voortzetting van een bestaand bedrijf in een andere rechtsvorm. RVO.nl had onder meer erop gewezen dat alle eenheden van het bedrijf waren overgegaan, dat het bedrijf hetzelfde rekeningnummer had en dezelfde oprichtingsdatum. Het College was daarom met RVO.nl van oordeel dat geen sprake was van oprichting van een landbouwbedrijf door de VOF, maar van de voortzetting van het bestaande bedrijf van de landbouwer. Dat de VOF per 1 januari 2020 was ingeschreven in het handelsregister en een KvK-nummer had verkregen, en dat RVO.nl een nieuw relatienummer aan de VOF had toegekend, was onvoldoende om te oordelen dat – ondanks de hiervoor vermelde, ongewijzigde factoren – sprake was van oprichting van een landbouwbedrijf.

Nu de periode van vijf jaar na de oprichting van het bedrijf al was verlopen, heeft RVO.nl terecht de extra betaling voor jonge landbouwers voor het jaar 2020 geweigerd.

Bron: College van Beroep voor het Bedrijfsleven | jurisprudentie | 23-02-2022

Deel dit bericht

Bel voor meer informatie

0412 – 45 90 00

of wij bellen u

Gerelateerde berichten

  • Nieuwe pachtnormen per 1 juli 2024

    Jaarlijks worden per 1 juli de hoogst toelaatbare pachtprijzen voor akkerbouw- en grasland, tuinland, agrarische gebouwen en agrarische woningen vastgesteld. De nieuwe pachtnormen zijn berekend op basis van de bedrijfsresultaten van middelgrote en

  • Dien Gecombineerde opgave uiterlijk 15 mei in

    De Gecombineerde opgave zal uiterlijk 15 mei ingediend moeten worden. De in het verleden geldende ‘kortingsperiode’ geldt in het huidige GLB-stelsel niet meer. Na 15 mei kunnen ook geen eco-activiteiten meer toegevoegd worden. Het is daarom raadzaam

  • Regelgeving scheuren grasland

    Voor het scheuren, doodspuiten of vernietigen van grasland gelden afhankelijk van de grondsoort verschillende perioden, waarin dit is toegestaan en gelden verschillende voorwaarden. Hieronder volgt een overzicht van de regelgeving die geldt voor het