Geplaatst op 30 mei 2024

De staatssecretaris van Financiën ziet af van het instellen van beroep in cassatie tegen een uitspraak van Hof Den Haag over de inkomensgrens voor de ouderenkorting. Volgens het hof mag bij het bepalen van het inkomen voor de toepassing van de ouderenkorting geen rekening worden gehouden met pensioen van de Europese Investeringsbank. Dergelijke pensioenen zijn vrijgesteld van nationale belastingen.

De Hoge Raad heeft in een arrest uit 2019 geoordeeld dat voor de berekening van de hoogte van de algemene heffingskorting geen rekening mag worden gehouden met vrijgesteld EU-inkomen. Het meenemen van het vrijgestelde EU-inkomen zou neerkomen op een indirecte heffing van belasting door Nederland over het vrijgestelde inkomen. Volgens Hof Den Haag geldt voor de toepassing van de ouderenkorting hetzelfde. Door rekening te houden met het pensioen van de Europese Investeringsbank zou de ouderenkorting lager uitvallen en zou de belanghebbende meer inkomstenbelasting moeten betalen. Het oordeel van het hof getuigt volgens de staatssecretaris niet van een onjuiste rechtsopvatting.

De uitspraak van het hof wordt door de Belastingdienst als richtsnoer genomen bij de behandeling van nog niet vaststaande belastingaanslagen. Naar aanleiding van deze uitspraak vervalt het eerder door de staatssecretaris ingenomen standpunt dat bij de berekening van de ouderenkorting het vrijgestelde EU-salaris deel uitmaakt van het verzamelinkomen.

De uitspraak van het hof vormt nieuwe jurisprudentie op grond waarvan geen ambtshalve vermindering van onherroepelijk vaststaande belastingaanslagen wordt verleend. Het herziene standpunt van de staatssecretaris vormt nieuw beleid, dat eveneens geen grond oplevert voor ambtshalve vermindering.

Bron: Ministerie van Financiën | jurisprudentie | nr. 2024-0000245555 | 22-05-2024

Deel dit bericht

Bel voor meer informatie

0412 – 45 90 00

of wij bellen u

Gerelateerde berichten

  • Ondernemer betrapt op drugshandel: hof bevestigt redelijkheid schatting inspecteur

    Een ondernemer wordt geconfronteerd met een navorderingsaanslag nadat de inspecteur heeft ontdekt dat de ondernemer aanzienlijke inkomsten uit de handel in verdovende middelen niet heeft opgegeven. Het hof oordeelt over de vraag of de gemaakte

  • Analyse arresten Hoge Raad box 3

    Onlangs heeft de Hoge Raad geoordeeld dat ook de Wet rechtsherstel box 3 en de Overbruggingswet box 3 het discriminatieverbod en het eigendomsgrondrecht schenden als het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijke rendement. De staatssecretaris

  • Vooruitbetaling collegegeld ter verkrijging verblijfsvergunning

    In een procedure over de aftrek van scholingskosten heeft de staatssecretaris van Financiën beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag. De casus is vergelijkbaar met een recente uitspraak van Hof Den