Geplaatst op 9 juni 2022

De staatssecretaris van Financiën gaat niet in cassatie tegen een uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden over het niet belasten van een verhoging van een WIA-uitkering bij hulpbehoevendheid. Volgens het hof leidt het belasten van de verhoging tot een individuele en buitensporige last vanwege invloed op andere regelingen. Daardoor bleef van de verhoogde uitkering weinig over om de kosten van langdurige hulpbehoevendheid te kunnen betalen. Het hof is van oordeel dat wanneer minder dan 10% van de verhoogde uitkering resteert sprake is van een buitensporige last.
In deze zaak resteerde na de korting op diverse inkomensafhankelijke regelingen zelfs minder dan 5% van de verhoogde uitkering. De staatssecretaris vindt de door het hof gekozen oplossing om de verhoging niet te belasten beleidsmatig niet de meest gelukkige.
In zijn toelichting op het afzien van beroep in cassatie kondigt de staatssecretaris aan dat hij in overleg met de collega’s van SZW en VWS zal zoeken naar een evenwichtige regeling. Tot een definitieve oplossing is gevonden zal de Belastingdienst in vergelijkbare zaken op deze manier een tegemoetkoming bieden.
Deel dit bericht
Bel voor meer informatie
0412 – 45 90 00
of wij bellen u
Gerelateerde berichten

Niet-gerealiseerde waardestijging van goudbaar is werkelijk rendement
De Hoge Raad oordeelt dat zowel gerealiseerd als ongerealiseerd rendement dient te worden meegenomen bij de bepaling van het werkelijk rendement in box 3. De rechtbank en het hof hadden hier eerder verschillend over geoordeeld, wat uiteindelijk

Geen periodieke gift ondanks schenking gedurende vijf jaar
Wie een gift doet aan een goed doel, kan dit soms van de belasting aftrekken. Voor periodieke giften geldt een gunstige regeling. Echter, de wettelijke regeling schrijft voor dat het verplicht is een schriftelijke afspraak te maken waaruit blijkt dat

Onverplicht aflossen schulden bv is geen aandeelhoudersmotief
Wie als aandeelhouder geld in zijn bv stopt zonder daartoe verplicht te zijn, kan dit soms als verlies aftrekken wanneer de bv failliet gaat. Dit wordt een informele kapitaalstorting genoemd. De aandeelhouder moet dan wel aantonen dat hij vanuit zijn



