Geplaatst op 17 juli 2025

Wanneer is ten onrechte betaalde btw ‘in strijd met het Unierecht geheven’? Een Nederlandse webshop stelt deze principiële vraag aan de Rechtbank Gelderland. De webshop krijgt ruim € 50.000 aan btw terug, omdat ze de afstandsverkopenregeling verkeerd heeft toegepast. Naast deze teruggaaf claimt de webshop ook invorderingsrente over het bedrag. 

De vennootschap verkoopt huishoudtextiel en beddengoed via haar website aan particulieren in andere EU-lidstaten. Ze brengt Nederlandse omzetbelasting in rekening en draagt deze af over de jaren 2018-2020. Later realiseert de vennootschap zich dat ze de regeling voor afstandsverkopen had moeten toepassen. Bij overschrijding van drempelbedragen vereist deze regeling btw-afdracht in het land waar de klant woonachtig is. Via suppletieaangiften verzoekt de vennootschap om teruggaaf van de Nederlandse omzetbelasting. De inspecteur honoreert dit verzoek en betaalt in totaal ruim € 50.000 terug. De vennootschap vraagt vervolgens vergoeding van invorderingsrente over deze teruggaaf. De ontvanger wijst dit verzoek af, omdat de belasting niet ‘in strijd met het Unierecht is geheven’.

Invorderingsrente bij heffingen in strijd met het Unierecht

De Invorderingswet 1990 bepaalt dat invorderingsrente wordt vergoed bij teruggaaf van belasting die ‘in strijd met het Unierecht is geheven’. De rente loopt vanaf de betaling tot aan de terugbetaling. De vennootschap stelt dat de btw in strijd met het Unierecht is geheven, omdat de afstandsverkopenregeling moet worden toegepast. Ze verwijst naar een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant uit 2024. De ontvanger betoogt dat geen sprake is van strijdigheid met het Unierecht. De vennootschap heeft zelf de regeling voor afstandsverkopen niet onderkend en toegepast. De onjuiste btw-afdracht is volledig aan haarzelf te wijten.

Oordeel rechtbank

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Ze verwijst naar het arrest ‘Dinkelland’ van het Hof van Justitie van de EU. Wanneer de belastingplichtige per vergissing een recht niet heeft uitgeoefend, is volgens het Hof van Justitie van de EU de btw niet ‘in strijd met het Unierecht geheven’. De uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant is voor deze zaak niet relevant, omdat de situatie daar wezenlijk anders is. In die zaak is de afstandsverkopenregeling wel toegepast, maar achteraf bleek dat de omzetdrempel was overschreden.

De rechtbank maakt duidelijk onderscheid tussen fouten van de Belastingdienst en fouten van de belastingplichtige. Alleen bij fouten van de overheid is er recht op invorderingsrente. Wie de afstandsverkopenregeling over het hoofd ziet, krijgt wel de btw terug maar geen invorderingsrente.

OSS

De afstandsverkopenregeling heeft vanaf 2021 een nieuwe vorm gekregen. De drempels zijn uniform geworden en het OSS-systeem (One-Stop-Shop) maakt afdracht in het buitenland eenvoudiger. 

Bron: Rechtbank Gelderland | jurisprudentie | ECLI:NL:RBGEL:2025:4952 | 24-06-2025

Deel dit bericht

Bel voor meer informatie

0412 – 45 90 00

of wij bellen u

Gerelateerde berichten

  • Terugvragen in 2024 betaalde buitenlandse btw

    Ondernemers die in 2024 in een ander EU-land btw hebben betaald, kunnen deze btw terugvragen wanneer zij in dat land geen aangifte doen. Een verzoek om teruggaaf over 2024 moet vóór 1 oktober 2025 zijn ingediend. Dat kan via de website

  • Geen dubbele heffing door eerdere teruggaaf

    In de jaren tachtig kent de Belastingdienst ten onrechte twee btw-nummers toe aan een ondernemer. Eén voor zijn advieswerkzaamheden en één voor de verhuuractiviteiten van appartementencomplexen en winkelruimten die hij samen met

  • MBO-instelling moet dubbele berekening toepassen voor voorbelasting

    Een MBO-instelling krijgt ongelijk van de rechtbank in haar poging om meer voorbelasting terug te krijgen. De instelling moet haar recht op aftrek van voorbelasting over gemengde kosten berekenen met zowel een pre-pro rata berekening als een pro rata