Geplaatst op 8 juni 2023

Voor de erfbelasting zijn twee ongehuwde personen elkaars partner als zij in de zes maanden voorafgaand aan het overlijden van een van hen meerderjarig zijn, staan ingeschreven op hetzelfde adres en een notarieel samenlevingscontract en wederzijdse zorgplicht hebben. Deze personen mogen geen bloedverwanten in de rechte lijn zijn en niet met een ander aan de hiervoor genoemde voorwaarden voldoen.

In een besluit van de staatssecretaris van Financiën is goedgekeurd dat onder voorwaarden bij een erfrechtelijke verkrijging door een voormalige ongehuwde partner de verschuldigde erfbelasting wordt berekend naar het partnertarief. Daartoe moet bij het beëindigen van de gezamenlijke huishouding aan de voorwaarden voor ongehuwde partners zijn voldaan. Deze tegemoetkoming geldt voor zover de erfrechtelijke verkrijging verband houdt met afspraken die zijn gemaakt in het kader van de beëindiging van de gezamenlijke huishouding.

In een procedure over een aanslag erfbelasting claimde een erfgenaam toepassing van het partnertarief. De erfgenaam voerde aan dat de samenleving met de erflater tijdens diens leven niet was beëindigd. De rechtbank Noord Holland onderzocht of aan de voorwaarden voor partnerschap is voldaan. In de drie jaar voor zijn overlijden stonden de erflater en de erfgenaam op verschillende adressen ingeschreven. Daardoor is aan de in de Successiewet opgenomen voorwaarden voor partnerschap niet voldaan.

Vervolgens stelde de rechtbank vast dat erflater en erfgenaam wel afspraken hebben gemaakt bij het beëindigen van de samenleving, maar dat die niet hebben geleid tot de erfrechtelijke verkrijging. Die verkrijging vloeide voort uit het testament van de erflater. Een testament is een eenzijdige handeling die niet is aan te merken als een afspraak. Het tussen partijen geldende samenlevingscontract bevatte geen bepalingen met betrekking tot het beëindigen van de samenleving. De rechtbank vond niet aannemelijk gemaakt dat erflater en erfgenaam afspraken hebben gemaakt als bedoeld in het besluit. Het lagere partnertarief is niet van toepassing op de erfrechtelijke verkrijging.

Bron: Rechtbank Noord-Holland | jurisprudentie | ECLINLRBNHO20234667, HAA 21/557 | 20-04-2023

Deel dit bericht

Bel voor meer informatie

0412 – 45 90 00

of wij bellen u

Gerelateerde berichten

  • Bedrijfsopvolgingsregeling niet van toepassing

    Een echtpaar schonk hun dochter een deel van de onderneming. De dochter claimde de vrijstelling van schenkingsrecht voor ondernemingsvermogen op grond van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). De inspecteur weigerde de vrijstelling, omdat de dochter

  • Wanneer is een biologisch kind ook een “fiscaal kind”?

    Een kind ontvangt van zijn overleden biologische vader een erfenis. De vader heeft het kind juridisch niet erkend, maar wel als erfgenaam benoemd in zijn testament. De inspecteur legde aan het kind een aanslag erfbelasting op met toepassing van het

  • Miljoenen uit de greep van de Belastingdienst: moet de zoon erfbelasting betalen?

    Erfbelasting wordt geheven van de nalatenschap van iemand die ten tijde van zijn overlijden in Nederland woonde. De vraag is of iemand, die jarenlang geprobeerd heeft buiten het zicht van de Nederlandse belastingdienst te blijven door constant van