Geplaatst op 30 oktober 2025

Een onderneemster probeert een betaalverzuimboete af te wenden door te stellen dat ze niet kan betalen vanwege het feit dat de Belastingdienst haar niet heeft uitgenodigd om aangifte te doen. De rechter verwerpt dit argument. Wie weet dat er btw verschuldigd is, moet zelf zorgen voor aangifte en betaling. De Belastingdienst hoeft daar niet eerst op te wijzen. De rechter verlaagt wel de opgelegde boete, omdat het een eenmalig incident betreft, waarvan de onderneemster heeft geleerd.

Scheepsmanager betaalt geen btw

Een onderneemster in scheepsmanagement is over 2020 en 2021 respectievelijk € 21.506 en € 23.294 aan btw verschuldigd. Toch dient zij geen aangiftes in en blijft de betaling uit. De Belastingdienst ontdekte dit door haar aangiften vennootschapsbelasting te vergelijken met de ontbrekende btw-aangiftes. In februari 2024 legt de inspecteur een naheffingsaanslag op met belastingrente en een betaalverzuimboete van € 4.480.

Geen betalingskenmerk, geen betaling

De onderneemster betoogt dat ze de btw niet kon betalen zonder betalingskenmerk. De Belastingdienst stort betalingen zonder kenmerk terug. Volgens haar heeft zij via haar adviseur in 2020 een verzoek aan de inspecteur gedaan om een uitnodiging tot het doen van aangifte te ontvangen, maar die uitnodiging bleef uit. Ze stelt dat het niet-betalen haar daarom niet kan worden aangerekend.

Onvoldoende inspanning

De inspecteur erkent dat betalen zonder betalingskenmerk problematisch is, maar ontkent dat hij via haar adviseur ooit een verzoek om uitnodiging heeft ontvangen. Volgens hem heeft de onderneemster onvoldoende inspanning geleverd om tot correcte aangifte en betaling te komen.

Actieve houding vereist

De rechtbank geeft de inspecteur gelijk. De onderneemster wist op basis van haar eigen aangiften dat omzetbelasting verschuldigd was. Dat legt een actieve verplichting op om te zorgen voor aangifte én betaling. Een enkele brief aan de Belastingdienst is onvoldoende. Zelfs als het verzoek via de adviseur wel was verstuurd, had zij actie moeten ondernemen toen een reactie uitbleef.

Lagere boete

De rechtbank vindt de boete wel te hoog, aangezien het gaat om een eenmalig incident. Nadat de inspecteur de onderneemster heeft gewezen op haar verzuim, is ze haar verplichtingen steeds correct nagekomen. Ze heeft dus geleerd van de situatie. Daarom is een boete van € 1.500 passender.

Bron: Rechtbank Noord-Nederland | jurisprudentie | ECLI:NL:RBNNE:2025:4073 | 08-10-2025

Deel dit bericht

Bel voor meer informatie

0412 – 45 90 00

of wij bellen u

Gerelateerde berichten

  • Betalingen zonder tegenprestatie zijn niet aftrekbaar

    Wie via zijn bv betalingen doet aan andere bedrijven, mag deze kosten alleen aftrekken als daar een zakelijke prestatie tegenover staat. Volgens een recent arrest mogen betalingen op basis van valse facturen niet worden afgetrokken. Als iemand

  • Onvoldoende bewijs voor btw-aftrek appartement

    Wie een appartement met woonbestemming aanschaft en daarvoor btw-aftrek wil claimen, moet ervoor zorgen dat hij over zeer overtuigend bewijs beschikt dat het pand niet als woning wordt gebruikt. Dit blijkt uit een recente uitspraak van hof

  • Door lang wachten met transport geen nultarief

    Een paardenhandelaar verkoopt vier wedstrijdpaarden aan buitenlandse kopers en past het nultarief toe, omdat de paarden later uitgevoerd worden. Bij drie paarden ligt meer dan een half jaar tussen het moment van verkoop en het moment van uitvoer.