Geplaatst op 20 oktober 2022

Nederland kan erfbelasting heffen over de nalatenschap van Nederlanders die zijn geëmigreerd. Aan die heffingsbevoegdheid komt een einde wanneer een Nederlander langer dan tien jaar niet meer in Nederland woont. De tienjaarstermijn is in de wet opgenomen om belastingvlucht te voorkomen. De staatssecretaris van Financiën heeft Kamervragen over de tienjaarstermijn beantwoord. De vragenstellers stellen voor om de termijn voor het belasten van een erfenis na emigratie te verlengen. De tienjaarstermijn voldoet volgens de staatssecretaris aan de bedoeling daarvan. Het Hof van Justitie EU heeft in 2006 beslist dat de tienjaarstermijn niet in strijd is met het EU-recht. Bij verlenging van de termijn is niet zeker of dat niet leidt tot strijd met het EU-recht.

Van de EU-lidstaten met een erfbelasting hanteren Frankrijk (zes van de tien laatste jaren), Duitsland (tien jaar) en Ierland (vijf jaar) een termijn die enigszins vergelijkbaar is met de Nederlandse tienjaarstermijn.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2022-0000239070 | 13-10-2022

Deel dit bericht

Bel voor meer informatie

0412 – 45 90 00

of wij bellen u

Gerelateerde berichten

  • Kwijtschelding schuld ex-partner is belaste schenking

    Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft het beroep beoordeeld van een belanghebbende tegen de aan hem opgelegde aanslag schenkbelasting. De kern van het geschil betrof de kwijtschelding van een schuld door de ex-echtgenote van de belanghebbende, die

  • Te late aangifte erfbelasting leidt tot belastingrente

    De rechtbank Zeeland-West-Brabant is van oordeel dat de inspecteur terecht belastingrente in rekening heeft gebracht bij een aanslag erfbelasting. Door meerdere sterfgevallen in de familie en een vergissing van de notaris is de aangifte erfbelasting

  • Bedrijfsopvolgingsregeling niet van toepassing

    Een echtpaar schonk hun dochter een deel van de onderneming. De dochter claimde de vrijstelling van schenkingsrecht voor ondernemingsvermogen op grond van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). De inspecteur weigerde de vrijstelling, omdat de dochter