Geplaatst op 17 maart 2022

In het jaar 2018 gold voor de verkrijging van een woning een tarief voor de overdrachtsbelasting van 2%. Voor andere onroerende zaken bedroeg het tarief 6%. De Wet Belastingen van Rechtsverkeer omvat geen definitie van het begrip woning. In de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel ter invoering van het verlaagde tarief staat dat onder woningen worden verstaan onroerende zaken, die op het moment van de juridische overdracht naar hun aard zijn bestemd voor bewoning. Bij twijfel of een onroerende zaak naar zijn aard bestemd is voor bewoning is mede van belang of de gemeente aan de onroerende zaak een woonbestemming heeft gegeven.

De vraag in een procedure voor Hof Arnhem-Leeuwarden was of de verkrijging van een gedeeltelijk gesloopte woning al dan niet onder het lage tarief voor de overdrachtsbelasting viel. Op het moment van de verkrijging waren nog ruimtes aanwezig die deel hebben uitgemaakt van een woning. Tussen partijen was niet in geschil dat deze ruimtes in het verleden zijn aangewend voor bewoning en publiekrechtelijk altijd bestemd zijn geweest voor bewoning. De omstandigheid dat bewoning van deze ruimtes op het moment van overdracht feitelijk onmogelijk was door verval of gedeeltelijke sloop, is volgens het hof onvoldoende voor de conclusie dat deze ruimtes daardoor naar hun aard niet langer zijn bestemd voor bewoning.

Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden | jurisprudentie | ECLINLGHARL20221680, 21/00607 | 28-02-2022

Deel dit bericht

Bel voor meer informatie

0412 – 45 90 00

of wij bellen u

Gerelateerde berichten

  • Koper verplicht tot sloop: geen levering bouwgrond

    De verkrijging van een in Nederland gelegen onroerende zaak vormt een belastbaar feit voor de overdrachtsbelasting. Wanneer bij de verkrijging van een onroerende zaak omzetbelasting is geheven, geldt een vrijstelling voor de overdrachtsbelasting.

  • Koopprijs of taxatiewaarde: waarover wordt overdrachtsbelasting betaald?

    Een jong stel heeft een woning gekocht. Bij de levering is overdrachtsbelasting betaald over de getaxeerde waarde van de woning, die hoger is dan de betaalde koopsom. De vraag is of de koopprijs of de hogere taxatiewaarde als maatstaf moet dienen

  • Het belang van de intentie van de koper van een woning

    Een echtpaar kocht een woning en kort daarna een tweede woning. De vraag was of de verkrijging van beide woningen belast kon worden met het verlaagde tarief voor de overdrachtsbelasting van 2%, ondanks dat de kopers al een koopovereenkomst hadden