Geplaatst op 12 januari 2023

Het verlaagde tarief voor de omzetbelasting is onder meer van toepassing op het geven van de gelegenheid tot sportbeoefening. De Europese btw-richtlijn gaat voor deze toepassing van het verlaagde tarief uit van de omschrijving “het verlenen van het recht om gebruik te maken van een sportaccommodatie”. Bepalingen van de btw-richtlijn die uitzonderingen op de hoofdregel van normale belastbaarheid van leveringen en diensten moeten beperkt worden uitgelegd.

Het Hof van Justitie EU heeft in een arrest over deze bepaling gezegd dat het moet gaan om het gebruik van accommodatie, die voor sportbeoefening en lichamelijke opvoeding zijn bestemd, en om het gebruik daarvan met dat doel voor ogen. Hieruit volgt volgens Hof Amsterdam dat het verlenen van het gebruiksrecht van een accommodatie, die geen sportaccommodatie is, niet onder het verlaagd tarief valt, ook niet als die accommodatie wel voor sportbeoefening of lichamelijke opvoeding wordt gebruikt. Naar het oordeel van het hof kan een ruimte in een strandpaviljoen niet worden aangemerkt als een sportaccommodatie, omdat deze locatie niet bestemd is voor het beoefenen van sport. Dat wordt niet anders door het gebruik met het oog op sportbeoefening.

Het hof is van oordeel dat het verlaagde tarief niet geldt voor sportactiviteiten, die een ondernemer organiseert op het strand. De hoofdactiviteiten bestaan uit het gelegenheid geven tot blowkarten en powerkiten. Deze activiteiten vinden plaats op een door de gemeente aangewezen openbaar deel van het strand. Dat deel van het strand kan ook door anderen worden gebruikt en is niet exclusief aan de ondernemer ter beschikking gesteld. Hoewel het strand als sportaccommodatie zou kunnen worden aangemerkt, kan de ondernemer door het ontbreken van een exclusief gebruiksrecht deze accommodatie niet ter beschikking stellen aan zijn klanten.

Het hof heeft in gelijke zin geoordeeld over het gebruik van een op het strand geplaatste container door een surfschool. Ook de container vormt geen sportaccommodatie.

Bron: Gerechtshof Amsterdam | jurisprudentie | ECLINLGHAMS20223635, 21/00232 | 31-10-2022

Deel dit bericht

Bel voor meer informatie

0412 – 45 90 00

of wij bellen u

Gerelateerde berichten

  • Portemonneevrij pauzedrankje belast tegen laag btw-tarief

    Een theater biedt de bezoekers in de pauze een alcoholhoudend drankje aan. De vraag is of het alcoholhoudende drankje belast is met het algemene btw-tarief van 21% of het verlaagde tarief van 9%. De inspecteur is van mening dat het alcoholhoudende

  • Eigen bijdrage personeelsvoorziening en drempelbedrag BUA

    Ondernemers voor de omzetbelasting hebben recht op aftrek van de omzetbelasting die door andere ondernemers in rekening wordt gebracht. Het recht op aftrek is beperkt tot goederen en diensten die de ondernemer gebruikt voor met omzetbelasting belaste

  • Uitzondering op vrijgestelde verhuur voor vakantievilla

    De verhuur van onroerende zaken is vrijgesteld van omzetbelasting. Er geldt een uitzondering op deze vrijstelling voor de verhuur in het kader van het hotel-, pension-, kamp- en vakantiebestedingsbedrijf aan personen, die daar slechts voor een korte