Geplaatst op 28 april 2022
Het kabinet heeft een besluit genomen over het rechtsherstel voor de belastingheffing in box 3 voor de jaren 2017 tot en met 2020. Het rechtsherstel wordt geboden in de vorm van de forfaitaire spaarvariant en geldt vooralsnog alleen voor mensen die tijdig bezwaar hebben gemaakt tegen de opgelegde aanslag en voor mensen van wie de definitieve aanslag nog niet vaststaat.
Het inkomen uit sparen en beleggen wordt in de forfaitaire spaarvariant berekend aan de hand van de werkelijke vermogensverdeling. Er gelden afzonderlijke forfaits voor spaargeld, schulden en overige bezittingen. Belasting wordt teruggegeven als de belasting over het nieuw berekende forfaitaire inkomen lager is dan de belasting over het eerder vastgestelde inkomen in box 3.
Volgens de staatssecretaris van Financiën hoeven belastingplichtigen zelf geen actie te ondernemen om rechtsherstel te krijgen. Het rechtsherstel moet voor 4 augustus 2022 zijn verstrekt. De vormgeving van het rechtsherstel zal in een beleidsbesluit worden vastgelegd.
Over het bieden van rechtsherstel aan belastingplichtigen die geen bezwaar hebben gemaakt tegen de aanslagen over de belastingjaren heeft het kabinet nog geen besluit genomen. Het kabinet wil een arrest van de Hoge Raad in een andere zaak afwachten. Uit dat arrest moet duidelijker worden welke ruimte het kabinet heeft voor het rechtsherstel voor deze groep belastingplichtigen.
De staatssecretaris roept belastingplichtigen met box 3-vermogen, die geen bezwaar hebben gemaakt over de belastingjaren 2017-2020, op om geduld te hebben. Mochten zij een verzoek om ambtshalve vermindering indienen voordat het kabinet een besluit heeft genomen over rechtsherstel, dan zal dat worden aangehouden. Een verzoek om ambtshalve vermindering voor het jaar 2017 moet overigens uiterlijk op 31 december 2022 zijn gedaan.
Deel dit bericht
Bel voor meer informatie
0412 – 45 90 00
of wij bellen u
Gerelateerde berichten
Rendementspercentage omhoog, heffingsvrij vermogen omlaag in 2026
Het nieuwe box 3-stelsel, waarin belasting wordt geheven over het werkelijke rendement op vermogen, is uitgesteld tot ten minste 2028. Om deze budgettaire tegenvaller op te vangen, voert het kabinet vanaf 2026 aanpassingen door binnen het huidige
Pensioenaanspraken belastbaar ondanks geen uitbetaling
Vanwege liquiditeitsproblemen bij haar bv ontvangt een weduwe vanaf augustus 2016 geen pensioenuitkeringen meer, hoewel zij daar wel recht op heeft. In haar aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2017 tot en met 2021 geeft zij deze niet-ontvangen